DOOR JOS DOUMA | Contemplatie is niet alleen maar een van de vele ‘merken’ van christelijk leven, een ‘niche’ voor liefhebbers. Contemplatie gaat over een universele uitnodiging. Het raakt het algemene en tijdloze verlangen van mensen om naar binnen te keren.

Ik herken dat verlangen. Steeds meer merk ik hoe wezenlijk het is om de weg naar binnen te gaan, de weg van de innerlijkheid en de stilte. Om dan vanuit die innerlijkheid en stilte in het volle leven te staan. Daarom beoefen ik de stilte op dagelijkse basis. Oké, niet helemaal dagelijks: vijf keer per week een periode van drie kwartier stilte in de ochtend.

In deze vierde blogpost van een serie die ik samen met Ingeborg Janssen schrijf over het boek ‘Contemplative Church. How Meditative Prayer & Monastic Practices Help Congregations Flourish’ zoomen we in op hoofdstuk 3 van dat boek waarin Peter Traben Haas een nadere definitie geeft van contemplatie en meditatie.

Innerlijkheid

Contemplatie is “the timeless draw of humankind toward inwardness. Yet an inwardness connected to an everywhereness” (66). Contemplatie gaat dus allereerst over innerlijkheid: de innerlijkheid van de ervaring van aanwezig zijn in Gods presentie: we zijn als mens geroepen om van binnenuit te participeren in het mysterie van Gods aanwezigheid ij ons en om ons heen. Contemplatief zijn betekent zoveel als: ja zeggen tegen de innerlijke presentie en werking van de heilige Geest van God. “Contemplation is, at its heart, a participation in the presence of love that births wisdom, kindness, mercy and understanding in us” (66).

Volgens Haas is innerlijkheid een goed en betekenisvol synoniem voor contemplatie. Woorden als innerlijk en innerlijkheid helpen om het woord contemplatie, dat ook vervreemding kan wekken omdat het soms als elitair wordt gezien, te demythologiseren en te democratiseren.

Naar buiten gerichtheid

Essentieel is om die innerlijkheid die de contemplatie typeert van meetaf aan te verbinden met een naar buiten gerichtheid (‘inwardness’ én ‘outwardness’). Dat gaat over de aloude spanning tussen contemplatie en actie. Het is moeilijk om die beide met elkaar te verbinden. Maar precies dát is de uitdaging, altijd opnieuw. Want ieder heeft in zich de neiging om of het ene of het andere vooral te benadrukken.

Richard Rohr, die leiding geeft aan het Center for Action and Contemplation, zegt altijd dat het belangrijkste woord uit de naam van dit centrum is: ‘and’. Het gaat uiteindelijk nóch om contemplatie nóch om actie maar om de verbinding van die twee. Dat wordt ook wel verwoord door te spreken over ‘contemplatie in actie’ of ‘actie in contemplatie’.

Een pleidooi voor een contemplatieve kerk zal hier ook altijd opnieuw aandacht voor moeten blijven houden. Een gerichtheid op stilte, innerlijkheid, rust en zijn (in plaats van doen) loopt altijd het gevaar om het leven in de buitenwereld en de actie die nodig is om van deze aarde een betere plek te maken te veronachtzamen. Dan wordt naar binnen gekeerdheid en innerlijkheid navelstaarderij en schuldige inactiviteit. Andersom: wie altijd in de actie-modus zit loopt of het gevaar uiteindelijk zichzelf met de eigen idealen op de voorgrond te plaatsen (in plaats van Gods koninkrijk) óf op te branden.

Contemplatie en meditatie

De begrippen contemplatie en meditatie worden nogal eens door elkaar gebruikt of verward. Dat heeft vooral hiermee te maken. In oosterse godsdiensten gaat ‘meditatie’ vooral over inkeer, stilte en leeg worden terwijl ‘contemplatie’ wordt gebruikt voor meer reflectieve spirituele praktijken. In het westerse christendom is dat precies andersom: ‘meditatie’ gaat vooral over het reflectief lezen van de Schrift of bijvoorbeeld overwegen van het leven van Jezus, terwijl ‘contemplatie’ zich richt op stille en aandachtige aanwezigheid, zonder woorden, beelden en gedachten.

Er zijn ook geen haarscherpe grenzen tussen deze twee begrippen. Maar het is wel zinvol om het onderscheid in het oog te houden. Een pleidooi voor een contemplatieve kerk is een pleidooi voor een kerk die er werk van maakt om te leren leven in het mysterie van Gods stille en liefdevolle aanwezigheid in alles wat er is. Contemplatie wordt in de christelijke traditie ook altijd verbonden met de ervaring van de Liefde. Johannes Cassianus bijvoorbeeld (4e eeuw), een van de eerste christelijke theologen en monniken die schreef over contemplatie, zei: ‘contemplatie is dat God alleen onze enige liefde is’. Daarbij spelen woorden geen rol: het gaat om het ontvangen en ervaren van het Licht en de Liefde – een ervaring die zich ook niet achteraf in woorden laat uitdrukken.

Matteüs 6 vers 6

Dezelfde Cassianus geeft een uitleg van een uitspraak van Jezus die een centrale rol speelt in de theorie en praktijk van contemplatie en contemplatief gebed, Matteüs 6 vers 6: “Maar als jullie ​bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en ​bid​ tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.”

Als we bidden in onze binnenkamer, maken we ons hart volledig volledig vrij van het geraas van al onze gedachten en zorgen en leggen we, op een verborgen en intieme manier, onze gebeden open voor de Heer. We bidden met gesloten deuren als we als we in diepe stilte met onze lippen verzegeld bidden, niet tot hem die woorden zoekt, maar tot hem die onze harten zoekt. We bidden in het verborgene als we met een vurig hart en een vurige geest al onze vragen open neerleggen voor God alleen.

Tempel

Peter Haas wijdt ook aandacht aan de etymologie van het woord contemplatie waarin we het woord tempel terugvinden. Juist dat het woord tempel er de kern van vormt is inzichtgevend als het gaat om de betekenis van contemplatie. Tempel is een afgebakende, heilige ruimte die bedoeld is om tot aanbidding te komen, om de goddelijke zaken te schouwen.

Zo komt Haas tot deze omschrijving van contemplatie:

The experience of being held by a center of infinite space in and beyond time into the order and pathos of beauty, truth and goodness felt so deeply it feeds your soul and very being so that you can’t help but grow, develop and flourish.

Deze contemplatie is ten diepste niets anders dan de kwaliteit van het ‘blijven in Christus’ waar Jezus over spreekt in het Johannes-evangelie: “Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen” (Johannes 15 vers 5).

Hoe mooi zou het zijn als de kerk de plek is waar we deze werkelijkheid samen leren ontdekken en oefenen: dat we blijven in Christus, ook middenin het dagelijkse leven en alles wat daarin gebeurt; dat we te allen tijd ’tempel van de Geest’ zijn, gericht op God aanwezigheid in deze wereld. Dat is ten diepste: contemplatief leven.

In welke kerk gebeurt dit?