Gastblog van Ad de Bruijne, hoogleraar ethiek en spiritualiteit aan de Theologische Universiteit in Kampen. Hij schreef deze bijdrage als column in het Nederlands Dagblad van 10 juni 2017.

Tijdens mijn colleges aan aanstaande predikanten pleit ik voor contemplatie. Contemplatie is goed voor alle christenen en zeker voor wie anderen geestelijk moeten voorgaan. Toch proef ik onder protestanten soms enige reserve of zelfs weerstand tegen dat idee.

Bij contemplatie denk je aan middeleeuwse monniken die het geestelijke leven hoger stelden dan het lichamelijke aardse bestaan. Stil worden voor God telt meer dan je gewone taken van elke dag. Had Luther ons bij de Reformatie niet bevrijd van dat soort dualisme? Of je verbindt contemplatie aan oosterse, boeddhistisch getinte concentratietechnieken. Daardoor maak je contact met de goddelijke vonk in je innerlijk en word je één met de alles doordringende goddelijke werkelijkheid. Past dat bij een Bijbelse kijk op God en mens? Vaak stelt iemand ook de protestantse hamvraag: waar zegt de Bijbel dat contemplatie moet?

Uitwringen

Nergens. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Sommige pleitbezorgers van contemplatie willen per se bewijzen dat dit verschijnsel in de Bijbel voorkomt en zelfs geboden is. Dat kun je wel zeggen van meditatie, het rustig overdenken van Gods woorden en werken, maar contemplatie gaat verder. Bij contemplatie stop je juist je bewuste gedachten. Je bent Gods woorden en werken voorbij en zoekt Gods aanwezigheid in stille concentratie. Allerlei Bijbelteksten over stilte moeten vaak dienen om dat te onderbouwen, maar dat is geforceerd. Als je de betreffende teksten even iets grondiger uitlegt, ontdek je al gauw dat die stilte niet slaat op stille contemplatieve oefeningen.

Dus weg met dat gecontempleer? Waarom? Je kunt er toch ook andere argumenten voor hebben dan Bijbelteksten. We zouden als protestanten eens moeten ophouden met het net zo lang uitwringen van Bijbelteksten tot ze eindelijk zeggen wat wij graag willen. Contemplatie vormt gewoon een van de geschapen mogelijkheden van mensen. Die kun je in een goede én in een verkeerde context gebruiken. Dat middeleeuwers contemplatie verbonden aan hun dualistische wereldbeeld (‘het geestelijke staat hoger dan het natuurlijke’) en boeddhisten aan hun pantheïsme (‘God en werkelijkheid vallen samen’), betekent niet dat je er niet ook een goed gebruik van kunt maken We zingen, dansen en musiceren toch ook voor God? Maar zingen en dansen doen mensen van alle religies en levensvisies. En de goede scheppingsgave van de muziek is volgens de Bijbel voor het eerst ontdekt binnen de afvallige mensheid. Zo is ook ons geschapen vermogen om te contempleren goed en niet verwerpelijk.

Afstemmen zonder woorden

Ik gebruik graag twee alledaagse ervaringen die alle mensen hebben, om te illustreren hoe gewoon menselijk contemplatie is. Soms heb je al wandelend een diep gesprek met een goede vriend of een geliefde. Eerst loop je stil naast elkaar. Zonder woorden stem je daarmee op elkaar af. Daarna ontwikkelt zich het gesprek. En als alles gezegd is, loop je opnieuw stil samen verder. In die stilte ben je haast nog dichter bij elkaar dan onder het spreken. Je geest is verzadigd door wat je uitwisselde. Je staat op een bijzondere manier voor elkaar open. Als die gevulde stilte en wederzijdse presentie een hoogtepunt kan zijn in de omgang met mensen, waarom dan niet in de band met God?

Nog alledaagser is het fenomeen staren. Wie doet dat niet af en toe? Staren is je bewuste gedachten even stilzetten. In een soort waas komt je geest tot rust. Daardoor ontstaat ruimte om gefocust te zijn op iets wat je bezighoudt. Je gaat als het ware in de standby-modus: alle beelden en geluiden uit, en tegelijk optimaal alert op het signaal dat mogelijk komt. Contemplatie geldt al vanaf het eerste begin als een vorm van innerlijk zien. Je komt tot rust om Gods aanwezigheid tot je te laten doordringen. Je staart een tijdje naar de Onzienlijke. Nee, zijn signaal komt niet op bestelling en is niet maakbaar. Maar je bent alert, klaar om het op te vangen, ontvankelijk. Standby voor God.

> Nederlands Dagblad <